In onze moderne maatschappij geven de meeste mensen hun hond geen vers vlees, maar brokken en blikvoeding. Dat is ook logisch, want kant en klare voeding is gemakkelijk te geven, het stinkt niet, het is goed te bewaren en je hoeft niet na te denken over wat je hond allemaal binnenkrijgt.

Toch is het helemaal niet slecht om je hond af en toe vers vlees te geven, zolang dit maar voorzien is van de kwalificatie Kompleet Vers Vlees (KVV). Af en toe vers vlees heeft namelijk meerdere voordelen:

  • er zitten ‘goede bacteriën’ in die goed zijn voor de darmen en daardoor zorgen voor een betere afweer
  • het maakt het maagzuur zuurder, waardoor slechte bacteriën en parasieten minder overlevingskans hebben
  • het zorgt voor minder afvalstoffen in het lichaam
  • het belast de organen minder
  • het bevat natuurlijke voedingsstoffen (hoewel sommige KVV-merken wel synthetische vitamines toevoegen)

Welk vers vlees is goed om af en toe te geven?


Gewoon rauw vlees, dat voorzien is van het keurmerk Kompleet Vers Vlees (KVV) is hiervoor het best geschikt. Dit is voeding die voor 70-75% bestaat uit producten van dierlijke oorsprong, dus botten (al dan niet gemalen), spiervlees, orgaanvlees, kleine hoeveelheden groente of maaginhoud, olie, vetten en eieren. Er zijn in Nederland diverse soorten ongekookt, onbewerkt vers vlees te koop. Soms zijn deze aangevuld met gemalen botten en rauwe groente. Dit verse vlees voldoet aan de eisen die worden gesteld aan de voeding van een vleeseter. Zo nu en dan verse voeding is niet alleen gezond, je hond zal er ook beslist van genieten!