Voor de meeste honden is een ritje met de auto een fantastisch avontuur. Voor andere honden kan het een verschrikkelijke en heel ongemakkelijke ervaring zijn. Dus hoe zorg je ervoor dat je je bestemming bereikt met een tevreden hond als passagier, die bovendien veilig vervoerd wordt?

Voorbereidingen

Als eerste is een halsband met naamplaatje essentieel – het is wettelijk verplicht evenals een microchip. De chip bewijst goede diensten als je hond kwijt is en zijn halsband is verloren.

Als je van plan bent een lange reis te maken en je hond gedraagt zich zenuwachtig op reis – vraag dan de dierenarts om een kalmerend middel dat je je hond kunt geven.

Reizen per auto

Als je hond last heeft van wagenziekte kun je hem het beste een uur voor vertrek geen eten meer geven. En let extra op bij remmen, gas geven en scherpe bochten.

Honden mogen niet voorin zitten, maar moeten op de achterbank of in de achterbak van een vijfdeurs of stationwagen. Kleine honden kunnen in een reishondenhok vervoerd worden dat je in de gordel kunt vastzetten. Grotere honden dragen een tuigje dat vastzit aan de gordel of je kunt een kennel of een hekje gebruiken om te zorgen dat ze achterin blijven. Dit is gedeeltelijk bedoeld voor je eigen veiligheid en die van de hond bij een ongeluk en gedeeltelijk zodat je hond je niet afleidt tijdens het rijden.

Laat je hond nooit alleen in de auto – honden kunnen hun lichaamstemperatuur niet goed reguleren door middel van zweten zoals wij dat kunnen en het kan snel dodelijk heet worden in een stilstaande auto.

Reizen per vliegtuig

Vraag de dierenarts zo vroeg mogelijk naar eventuele vaccinaties, gezondheidsbewijzen en het hondenpaspoort als je van plan bent naar het buitenland te gaan.

Vraag de luchtvaartmaatschappij van tevoren naar de regels voor hondentransport als je gaat vliegen. Je hond gaat mee in the laadruimte in een speciaal hondenhok en je moet extra vroeg voor je vlucht aanwezig zijn.