Één van de redenen dat honden zulke goede huisdieren zijn, is het feit dat ze met ons kunnen communiceren. Ze begrijpen ons zelfs vaak beter dan dat wij hun lichaamstaal kunnen lezen. Maar als je de houding, oren, snuit, vacht en staart van je hond in de gaten houdt, begrijp je hem.

Scheve grijns: “Zullen we vriendjes worden!” Teruggetrokken lippen en ontblote tanden : “Kom niet dichterbij!” Als boven met grommen: “ik waarschuw je!”

Oren rechtovereind: “Wat is er aan de hand?” Oren naar achteren of plat in de nek: “Help, hier weet ik het niet zeker.”

Samengeknepen ogen: “Wat is het leven toch geweldig!” of “Ik ben maar een puppy, wees alsjeblieft aardig tegen me!” Opengesperde ogen: “Laat me nou gewoon die postbode/kat/eekhoorn/rubberen eend te grazen nemen!”

Voorpoot opgetild: “Spelen?”

Snelle buiging en blaffen: “Speel nou met me!” Rond jou of een andere hond springen: “Laten we elkaar achterna rennen!”

Nekhaar, oren en staart overeind: “Ik ben een en al hond!” Als boven, met langzaam kwispelende staart en grommen: “En vergeet het niet!”

Kruipen, staart omlaag en hevig kwispelend : “Jij bent de baas!” Als boven, met likken: “Ik ben je trouwe beste vriend!” Rolt op de rug: “Ik geef me helemaal aan je over!”

Staart uitbundig kwispelend: “Ik ben blij! Laten we vrienden zijn!” Staart kwispelt van links naar rechts, langzaam en een beetje stijfjes: “Let op, ik kan bijten!” Ingetrokken start tegen het achterste: “Ik ben bang!” Staart kwispelt langzaam maar hangt naar beneden: “Sorry!”

(Sommige hondenrassen, zoals whippets en de hazewindhonden, hebben hun staart van nature in die naar beneden gerichte gebogen stand. Maar een staart hoger dan 45 graden ten opzichte van de ruggengraat betekent over het algemeen belangstelling en alertheid.)